Winterswijk. Het is 1945.
De oorlog is voorbij. Er begint een tijd, waarin de handen uit de mouwen moeten worden gestoken. In heel Nederland leeft het besef van herstel en wederopbouw. Ook binnen het onderwijs in Winterswijk vindt deze tijdgeest weerklank. Er is veel te doen. Bovendien is er de blijdschap van het leven in vrijheid. Het onderwijs wordt weer opnieuw georganiseerd en dat samen werken aan de opbouw geeft onder de onderwijsgevenden een gevoel van solidariteit en samen verantwoordelijkheid dragen. Dat solidariteitsgevoel uit
zich in het samen toneel spelen voor de kinderen en het organiseren van buitenschoolse activiteiten. Als dan ook nog een aantal leerkrachten samen een vakantie doorbrengt op Ameland, ontstaat de gedachte dat zoiets ook voor de kinderen georganiseerd zou kunnen worden. Er werden afspraken gemaakt en na het proefkamp in 1947 in Beekbergen viel de keuze op het Waddeneiland Ameland.
Op 7 juni 1948 vertrokken de kinderen van school N en school O met hun meesters en juffen naar Ameland. “Kamp Winterswijk” was bevolkt. Een week ervoor waren de tenten opgezet en werd de pomp geslagen door Rijkswaterstaat om water bij het kamp te krijgen. “Kamp Winterswijk” bestond uit zes kindertenten, twee bagagetenten, twee leiderstenten, een keukentent en een ‘kantoortent’ voor de bonnenadministratie en de levensmiddelenopslag. De tenten werden gemaakt in Rotterdam met het canvas zeildoek, dat geleverd werd door Meyerink&Zn. Als de tenten klaar waren werden ze naar Winterswijk gestuurd. De keukentent was een oude Canadese legertent met bar weinig lichtinval, kisten (soms met planken erover) deden dienst als tafel en stoelen.
Uit Winterswijk waren twee dames meegekomen, zij bleven 6 weken lang op Ameland om de groepen kinderen van eten te voorzien.
De jongens moesten elke dag bij de pomp (ruim 100 meter van het kamp) canvas waterzakken vullen en met emmers heen en weer sjouwen.Voor het wassen werden canvas wasbakken gebruikt; het wassen gebeurde in de open lucht, eerst mochten de meisjes daarna de jongens. De toiletten bestonden uit twee houten keetjes met een deur met een hartje erin.Ze waren voorzien van een zitplank met gat en stonden boven een kuil. Elke vertrekkende groep zorgde voor een nieuwe kuil voor de volgende groep. Iedere week kwam er een nieuwe groep eerst school M en Huppel, gevolgd door de Jan Ligthartschool, school C- Brinkheurne en Miste,Corle en Ratum. Het kamp bleef staan
voor een groep ULO-leerlingen,die daarna hielpen met de afbraak. Omdat de bootverbinding tussen Holwerd en Ameland nogal onregelmatig was (er werd alleen gevaren met hoogtij) moest een enkele groep al voor 4 uur ’s morgens vertrekken uit Winterswijk. Dat was volgens de leiding wel erg vervelend en men besloot in 1949 naar Vlieland te gaan. De reis werd nu wel iets anders. Men vertrok niet meer vanaf een schoolplein, maar vanaf garage Walhof aan de Schoolstraat. Om half acht elke dinsdagmorgen werden de kinderen, leiding en plunjezakken met de bus naar Harlingen gebracht en gingen ze aan boord: de boot naar Terschelling. Op de Waddenzee werd er overgestapt op de ‘Vlieland’, die iedereen naar Vlieland bracht. Daar werden de plunjezakken door paard en wagen weggebracht naar het kamp. Camping Stortemelk bestond toen nog niet, maar op hetzelfde terrein stond Staatsbosbeheer kamperen wel toe.
Een dagindeling:
· Tentcorvee
· Ontbijten
· Aardappels schillen
· Boodschappen doen
· W.C.’s schoonmaken
· Strozakken opschudden
· Naar het dorp of strand of een spel
· Warme maaltijd
· Samenzang op een duintop
· En na het Wilhelmus klinkt
· Het bedsignaal
Voor de kinderen was in elke kampweek de zondagavond iets bijzonders. Dan werd er een groot kampvuur gemaakt waarbij liederen werden gezongen en er een spannend verhaal door één van de leerkrachten werd verteld.
Bij thuiskomst van de laatste groep begeleidde Excelsior de kinderen van de Harmonie tot aan de Markt. Hierbij
werden alle kinderen die aan het vakantiekamp hadden deelgenomen uitgenodigd. De hele stoet werd op de
Markt toegesproken door de wethouder van Onderwijs en de voorzitter van Volksonderwijs. Dit is ook nog
jarenlang zo gebleven.
Wist U dat…
- De eerste groep niet naar Vlieland maar naar Ameland is geweest?
- Voor de bekostiging hiervan de inwoners van Winterswijk fl 15.000,00 bijeengebracht hebben?
- De kinderen op strozakken sliepen en de eerste groep deze zakken plat moesten springen?
- De wc’s uit in het bos gegraven kuilen bestonden. Elke groep kreeg een nieuwe kuil. Daarvoor zorgde de vertrekkende groep. Zo verhuisden de wc’s van week tot week en wie een nieuwe kuil moest graven wist niet altijd waar de vorige plek was geweest. Met alle verrassingen van dien.
- De kinderen zelf een pot jam, een pak koek en losse thee (alles bij elkaar in en zo ontstond de “Vlielandmelange”) mee moesten nemen.
- Ieder kind een eigen theedoek bij zich had.
- In de beginjaren was er nog een opbouw- en afbraakploeg. Opbouwen en afbreken werd gedaan door de leiding, samen met een aantal vrijwilligers en oudere leerlingen van de ULO, in de zomervakantie.